De opkomst van de moderne natuurkunde

Het is het jaar 1900 en de meeste natuurkundigen denken dat de natuurkunde nu wel af is. Leerlingen wordt zelfs afgeraden om natuurkunde te gaan studeren, omdat daar niets nieuws meer te ontdekken valt. Totdat er barsten in dat beeld ontstaan. Het bestaan van lichtdeeltjes wordt aangetoond, vreemde kwantumsprongen worden ontdekt en tijd en ruimte zelf blijken relatief te zijn. De kwantummechanica komt op en de relativiteitstheorie doet zijn intrede. Door deze ontwikkelingen kunnen we tegenwoordig lezen over de ontdekking van het Higgsdeeltje, over nieuwe medicijnen met nanotechnologie, over de Nobelprijs voor moleculaire machientjes en over de ontdekking van zwarte gaten en zwaartekrachtgolven. Als dit soort berichten je aandacht trekken en je graag meer wilt weten over de natuurkundige basis ervan, dan is deze cursus iets voor jou.

Om de oorsprong van de moderne natuurkunde te kunnen begrijpen is het nodig terug te gaan naar het begin van de 20ste eeuw, met kopstukken als Max Planck, Albert Einstein en Niels Bohr. In deze serie lezingen reizen we daarom terug in de tijd en proberen we te begrijpen tegen welke ‘barsten’ de natuurkundigen destijds aanliepen en tot welke oplossingen zij kwamen. Een cursus met aandacht voor de personen achter de natuurkunde, hun theorieën en de betekenis daarvan voor onze samenleving. Een cursus die de moderne natuurkunde dichterbij brengt zonder dat je wiskundige voorkennis nodig hebt.

Globale inhoud van de cursus:
Bijeenkomst 1: Max Planck en de ontdekking van het foton
Bijeenkomst 2: Albert Einstein en de speciale relativiteitstheorie
Bijeenkomst 3: De algemene relativiteitstheorie, GPS-systeem
Bijeenkomst 4: Niels Bohr en kwantumsprongen, de laser
Bijeenkomst 5: Golven en deeltjes, de golffunctie, elektronenmicroscoop
Bijeenkomst 6: De Kopenhaagse school, tunnelmicroscoop, kwantumcomputer