Twee lezingen over Jean-Jacques Rousseau

De Zwitsers-Franse denker Jean-Jacques Rousseau, die ruim driehonderd jaar geleden op 28 juni 1712 in Genève werd geboren, heeft een ongekend grote invloed gehad op de Westerse filosofie. Zijn gedachtegoed heeft op vele gebieden van ons denken doorgewerkt: op onze ideeën over de opvoeding, over de politiek, over de natuur etcetera. In de jaren 1761 en 1762 kent hij als schrijver een zeer vruchtbare periode: het ene werk na het andere vloeit uit zijn pen en wordt gepubliceerd: Heloise (1761), het Contract social (1762) en Emile (1762). Na een zeer turbulent leven voelt Rousseau vanaf 1766 de behoefte om een aantal autobiografische geschriften te schrijven: Bekentenissen, Dialogen en Overpeinzingen van een eenzame wandelaar. Deze werken zullen alle echter pas na zijn dood verschijnen. De motivatie voor deze geschriften lijkt mede ingegeven door de behoefte om zichzelf voor zijn levenswandel te rechtvaardigen. De Overpeinzingen zijn een vervolg op de Bekentenissen, waarin hij zichzelf als een psychiater-avant-la-lettre doorlicht en zijn zieleleven probeert te doorgronden. En hoewel ze niet voor publicatie bedoeld waren, werden ze in 1782, vier jaar na zijn dood, als bijlage bij de Bekentenissen uitgegeven. In deze twee lezingen word je mede aan de hand van enkele tekstfragmenten uit zijn werk geïntroduceerd in de gedachtewereld van deze belangrijke Zwitsers-Franse filosoof.
